Crematie
Bij de hindoes is het gebruikelijk dat het dode lichaam wordt gecremeerd. Mocht een hindoe de voorkeur hebben om begraven te worden, dan wordt daar gehoor aan gegeven. De wil van de overledene is doorslaggevend.
Het cremeren van het lichaam heeft een reden. Het lichaam bestaat uit vijf hoofdelementen: water, lucht, delen van de ether, delen van de bodem en aarde. De hoofdelementen moeten zo snel mogelijk naar hun oervorm terug. Wanneer iemand begraven wordt duurt het terugkeren naar de oervorm heel lang. Bij een crematie is het lichaam binnen een paar uren geheel tot as vergaan. Op dat moment is alles terug naar de oervorm. Daarom geven de hindoe’s de voorkeur aan cremeren.
De hindoes hebben het liefst dat de laatste rituelen rond een overledene zo snel mogelijk plaatsvinden. Het is in Nederland echter niet altijd mogelijk om de volgende dag te cremeren.
Het lichaam wordt daarom in een rouwcentrum opgebaard. Elke dag wordt er een kleine dienst gehouden waarin voor de zielenrust van de overledene wordt gebeden. Er wordt dan voorgelezen uit de Ramayana. De kist is meestal open. De plechtigheden worden besloten met rijstballetjes. Deze balletjes symboliseren de elementen waaruit het lichaam is opgebouwd: ether, vuur, water, aarde en lucht. Daarnaast worden door de familie bloemen, wierook en rijstkorrels als offer in de kist gelegd, waarna deze wordt gesloten. Na de dienst in het rouwcentrum gaat de familie in gezelschap van het rouwbezoek terug naar huis, voor opnieuw een korte gebedsdienst.