“Elk afscheid betekent de geboorte van een herinnering.”

 
 
 

Afscheid

Op de dag van de crematie dragen vier mannelijke familieleden, waaronder de oudste zoon, de kist. Tijdens de korte tocht staan de dragers regelmatig even stil. Gezamenlijk zeggen ze tegen de ziel:Raam naam Satya hai …. of  krieto semer-krieteng semer. Dit betekent: blijf onthouden dat de Allerhoogste, vader is en blijf dat gedenken. Vaak rijdt de uitvaartstoet eerst langs het huis van de overledene. Daar wordt een paar minuten stil gestaan, als afscheid. Eenmaal bij het crematorium dragen dezelfde familieleden de kist naar binnen. Tijdens het dragen naar de aula wordt de kist vijf maal neergezet en gaat de familie (symbolisch) vijf maal zitten.

Dan wordt de kist in de aula geopend en versierd met bloemenkransen. De pandit houdt de voorgeschreven preek uit de Veda. De oudste zoon loopt vijf maal rond de kist en raakt met een aangestoken diya (lampje) wat gevuld is, evenzoveel keren de lippen van de dode aan. Dit symboliseert het aansteken van het vuur. De familie loopt langs de kist en neemt afscheid door rijstkorrels of bloemblaadjes in de kist te leggen. Hierna nemen de andere mensen op dezelfde manier als de familie afscheid.

De rouwkleding is zwart of wit. Het strooien van rijstkorrels of bloemblaadjes doen zij met hun rechterhand. Tot dit moment is de kist half open. Na het afscheid nemen wordt de kist gesloten en naar de crematieoven gebracht.. Een aantal familieleden is met de pandit getuige dat de kist daadwerkelijk wordt verbrand in de verbrandingsoven.

 
Afscheid